Welkom
Tot een paar jaar geleden woonde er een paartje steenuiltjes onder het dak van de boerderij tegenover ons. Twee jaar geleden zijn er twee nestkasten voor deze soort in onze tuin opgehangen in de hoop dat ze ooit weer terug zouden keren. Een paar dagen geleden, de schemering was net ingevallen hoorden we als bij toverslag plotseling het bekende “kwiu kju” vanuit het geitenweitje roepen. Controle van de kasten de volgende dag leverde het onomstotelijk bewijs: de steenuiltjes zijn terug!
Even verderop woont een stel ransuilen in een hoge dennenboom. En sinds eind februari horen we ’s avonds en ’s nachts weer met grote regelmaat om ons heen de bosuil galmen. Dat alles opgeteld bij het paar kerkuilen dat de nestkast in onze schuur bewoont durven we wel te zeggen dat we ons kennelijk in een perfecte uilenbiotoop bevinden.
De nestkast voor de kerkuilen hebben we al zo’n 30 jaar geleden hoog in de hanenbalken in de schuur geplaatst. We hoorden en zagen wel ‘ns een uil, maar zeker de laatste jaren waren het toch vooral kraaien en roeken die er in- en uit gingen. Tot zich in 2008 Martijn en Sara aandienden: twee enthousiaste leden van de steen- en kerkuilenwerkgroep Drenthe. Zij klommen in de nok en verwijderden bijna een kruiwagen vol takken waarmee het nest tot de rand gevuld bleek – door de kraaien. Vogels kunnen niet ruiken maar ons kerkuilenpaar kan dat kennelijk wel, want zij hebben er meteen daarna beslag op gelegd. En de beloning kwam al het jaar erop, in de vorm van vier prachtige nakomelingen. Wat een mooi moment toen we ze bij het ringen van dichtbij konden zien, en even vasthouden.
We voelen ons bevoorrecht met deze bijzondere inwoning. En dat geldt nog meer sinds er in januari een camera in de nestkast is geplaatst. Die elke beweging filmt, die ons in staat stelt waar te nemen wat zich zoal afspeelt daarboven, en hoe we al die vreemde geluiden moeten begrijpen die we tot dan alleen maar hoorden. We kijken met verwondering naar hun (balts)gedrag en gezien de vele malen dat er sinds begin februari al wordt gepaard zijn we in gespannen afwachting van het vervolg, het eerste ei.
Waren het voordien ‘de uilen’ die we zo nu en dan hoorden en zagen, dankzij de camera hebben we ze echt leren kennen, en is er al een hechte band ontstaan. En zijn het niet langer ‘de uilen’ maar Joop en Liesbeth.
Het is zo bijzonder en mooi om ze van dichtbij te kunnen waarnemen dat we het iedereen gunnen om mee te genieten.
Bovenstaande tekst schreven we kort voordat deze website de lucht in zou gaan. En inmiddels zijn de kerkuilen weg. Eerst was er eentje verdwenen, de ander kwam af en toe nog even de kast inspecteren maar vertrok dan ook weer snel. Op 1 april was hij – of zij, dat weten we niet – er voor ’t laatst. Hebben ze een andere plek gevonden? Is er een verongelukt? We weten het niet.
We leren nu meteen dat zo’n camera ook nadelen heeft. Anders zouden we vast niet direct gemerkt hebben dat ze weg waren. En omdat we ze daarvoor alleen uit de verte kenden hadden we er ook niet zo’n band mee als nu. Op de diverse opnames is goed de innige verbondenheid te zien tussen dit uilenpaar. Alleen al het idee dat deze partners elkaar zouden zijn kwijtgeraakt breekt m’n hart. Al houdt de omgeving me voor wat ik vanzelfsprekend ook wel weet: dat is nou eenmaal de natuur!
We wachten af wat die natuur verder voor ons in petto heeft. En zullen daar op deze plek verslag van doen. Dat geldt t.a.v. de kerkuilen maar natuurlijk ook voor de steenuiltjes die we goed in de gaten zullen houden.
Hannie Jippes, april 2010
Een maand later..... zie onder Nieuws!